
Leopold Witte: “Er is geen groot ambtelijk apparaat in Amsterdam dat vooruitkijkt en anticipeert op de wensen van de bevolking, zoals dat voor de Tweede Wereldoorlog wel gebeurde door de SDAP-wethouders Wibaut en De Miranda. Café 749 is deels een ode aan Salomon (Monne) de Miranda, die er in Amsterdam bekaaid van is afgekomen met een zwembad dat zijn naam draagt. Die man zorgde voor betaalbare woningen en badhuizen, hij was verantwoordelijk voor de aanleg in de crisisjaren van het Amsterdamse Bos en niet te vergeten de Centrale Markthal, waar Amsterdammers goedkoop vers voedsel konden kopen.”
Dwight Breinburg: "Ik wissel viool af met zang en percussie, dus dan beweeg ik genoeg om warm te blijven. De muziek is deels gecomponeerd door Jip van den Dool, maar we maken ook gebruik van muziek van het Amsterdams Andalusisch Orkest, dat zich richt op muziek van Granada tot Bagdad. De Arabo-Andalusische muziek kent veel walsachtige melodieën in driekwart of zes achtste maat, en die sluiten zowel aan bij de Amsterdamse muziekcultuur als bij de Sefardische joden, waar De Miranda van afstamt. Het is dus ook muziek die verbroedert.”
Leopold Witte: “Geert en ik wilden in eerste instantie een stuk over gentrificatie schrijven, maar dan zet je weer buurtgenoten tegenover elkaar. En het is niet het probleem van de bewoners, het is het probleem van het falende systeem. In Café 749 komen alle Amsterdammers echt bij elkaar.”