‘De sketches tussen de middag, die schuilgaan achter Chesterfield, laten zien wat voor onuitputtelijk medium het theater is om de gekte te verbeelden, die altijd en overal op de loer ligt. Dolgedraaid zijn ze, de personages Blok, Malherbe en Zuiderhoek. Als ze in velerlei opzicht al geen overspannen verbeelding hebben, dam maken ze elkaar al tartend wel het leven zuur of lijden ze aan tics, neuroses, wanen. Ze staan scheef in het leven. (…)
Hoe mesjoche de situaties ook zijn, beide actrices spelen alsof er niets aan de hand is. Cool acteren en tegelijk schmieren. Dat is een wonderlijke combinatie.’