In het gebruik van liedteksten doet Ground Floor denken aan verbatim musicals als London Road (2011), waarin de getuigenissen van echte mensen, inclusief de ‘uhs’ en ‘ahs’, op muziek zijn gezet. Het voordeel van deze aanpak is dat je als publiek uitgedaagd wordt om muzikaliteit op een andere manier te benaderen. Je luistert niet meer naar perfecte rijmstructuren, maar wel naar de cadansen en de melodieën in het stemgebruik van echte mensen. Ground Floor is niet letterlijk verbatim – het is een nieuw geschreven tekst zonder rijm, geen letterlijk overgenomen getuigenis – maar het effect is vergelijkbaar. Je luistert niet zozeer naar wat er gezongen wordt, maar meer naar hoe er gezongen wordt: de lage stemtonen van Saskia Mees zijn even opvallend als haar overdenkingen over het drinken van cola (‘de geruststelling van ‘overal ter wereld’ dezelfde smaak – tegen de eenzaamheid’).
Bruijs, Wortel en regisseurs Suze Milius en Marijn Alexander de Jong verhouden zich bewust tot de musicaltraditie – het wordt niet voor niets avant-gardistisch genoemd – en zetten er een alternatief tegenover. Los van de eerder genoemde keuzes in lyrics en compositie is het meest interessante experiment de post-dramatische aard van deze musical. In een traditionele musical moet veel gebeuren in relatief weinig tijd.