Jasper Stoop en Simme Wouters leerden elkaar kennen op de Toneelschool en maakten bij Orkater/De Nieuwkomers hun debuutvoorstelling De dingen die begraven liggen – een ode aan de zoekende mens. Op 24 november gaat hun tweede voorstelling in première. Roel Meijvis sprak Jasper en Simme over Het nut van Edo Dompelmans.
‘Edo Dompelmans is in alles vervangbaar’, begint Jasper. ‘Edo werkt in de kringloopwinkel en op een dag ontdekt hij daar iets, iets wat niemand weet, en wat misschien ook wel niet waar is: al die afgedankte apparaten in de kringloopwinkel zijn ooit mensen geweest. Als Edo vervolgens zelf failliet en overbodig wordt verklaard weet hij het zeker: nu is het gedaan, nu word ik ook een apparaat.’
Simme: ‘Voor zowel het personage als het verhaal merkten we al snel dat dit een monoloog moest zijn. Maar wij zijn natuurlijk met zijn tweeën. Vanuit daar ontstond het idee om wel samen de voorstelling te maken, maar afwisselend Edo te spelen. Het publiek krijgt dus de ene avond Jasper en de andere avond mij te zien in de rol van Edo. Daar zit dan ook meteen weer onze eigen vervangbaarheid als acteur in.’
Jasper: ‘We zijn zelf ook benieuwd hoe dat uitpakt. De afgelopen twee weken hebben we samen met multi-instrumentalist Radek Fedyk aan de muziek gewerkt. Maar Simme is heel goed in toetsen en ik ben goed in percussie. Toch willen we straks elkaars partijen kunnen spelen.’
Vervangbaarheid en nut
Simme: ‘Onze vorige voorstelling was een ode aan de zoekende mens. Ditmaal brengen we een ode aan de mislukte mens. Een ode aan de loser. Dat zijn ook het soort personages waar we zelf het liefst naar kijken. Zo kwamen we bij de vervangbare mens uit. Dat idee van vervangbaarheid gaf mij eerlijk gezegd heel veel troost.’
‘Toen ik op de toneelschool zat was ik erg bezig mijzelf te onderscheiden, dat het lukt, dat ik succesvol ben. Maar er is eigenlijk niks nastrevenswaardigs aan. Op mijn sterfbed wil ik niet moeten concluderen dat ik te veel bezig ben geweest met uniek zijn. Liever was ik aardig voor mijn omgeving. Dingen die niet in een hoogtepunt of in een prijs zijn te vangen – zoals liefde bijvoorbeeld – zijn uiteindelijk veel waardevoller dan de beloningen waar we in onze samenleving succes aan afmeten.’
Jasper: ‘Vandaar ook dat onze voorstelling gaat over het nut van Edo Dompelmans en de vraag wat nut dan is. In onze samenleving betekent die vraag vooral of iets economisch nut heeft. Maar we zijn gewend geraakt om alles op die manier te bekijken. Onze vorige voorstelling speelden we eens voor een klein aantal mensen in een hele grote zaal. Dan vraag je je al snel af “of het wel nut heeft gehad” te spelen voor zo weinig mensen. Maar de reacties en de gesprekken na afloop waren zo mooi, dat het op emotioneel of menselijk niveau een van de mooiste avonden van onze tour was.’
Mooie treurigheid
Simme: ‘Met onze voorstelling willen we de toeschouwer de gelegenheid bieden om met een andere bril te kijken. Edo heeft geleerd op een niet-kapitalistische manier te kijken, door oog te hebben voor de details, voor het kleine. Daarom hebben we in de tekst ook veel ruimte gemaakt voor details, voor omschrijvingen die misschien niet direct “nuttig” zijn voor het plot of de moraal, maar wel mooi zijn. Belangrijke inspiratiebron hiervoor was de Vlaamse dichter Delphine Lecompte. Zij schrijft enorm bloemrijk, vol met details die ogenschijnlijk niets toevoegen, maar toch prachtig zijn.’
Jasper: ‘Dat poëtische komt ook terug in het toneelbeeld van Lisanne Bovée. We zien Edo eenzaam in zijn kringloopwinkel, een treurig, Roy Andersson-achtig tafereel. Maar naarmate Edo zijn theorie verder ontwikkelt, krijgt die kringloopwinkel vol witgoed steeds meer betekenis en raken we steeds verder verwikkeld in een poëtische universum. Het stoffelijke of tactiele wat Lisanne daarmee aan ons werk toevoegt is geweldig. Het maakt het abstracte op een bepaalde manier concreet, materieel, wat leidt tot een poëtische pseudo-realiteit, een vorm van opgetild realisme.’
Simme: ‘En daar speelt de muziek dan ook weer een belangrijke rol in. Niet alleen begeleidt die muziek Edo van de verstilde realiteit naar de magische wereld toe, het draagt ook bij aan wat er op het spel staat.’ ‘Precies’, zegt Jasper. ‘Muziek vormt de hartenkreet. Het is een hele talige en ook wel rationele monoloog. De muziek brengt het gevoel en de emotie in het geheel. Voor deze voorstelling hebben we ons dan ook laten inspireren door “hartenkreetkunstenaars” als Stromae, Nina Simone, Jacques Brel, Childish Gambino en Wende Snijders.’
Simme: ‘We hebben veel naar Stromae en Wende gekeken, omdat zij juist de klassieke ambachtelijke chansonkunst mixen met een moderne, elektronische sound. Dat is iets wat wij in onze voorstelling ook willen bereiken door akoestische instrumenten dezelfde transitie te laten doormaken als de oude apparaten die bij Edo in de winkel belanden. Maar hun muziek blijft een hartenkreet. Als Stromae een lied zingt, is het op leven en dood.’ ‘Wij houden daarvan’, vult Jasper aan, ‘maar het is aan ons als makers om ook de toeschouwer daarin mee te krijgen en zo te overtuigen waarom dat lied daar moet, en waarom dat mooi is.’
Details
Simme: ‘Met Het nut van Edo Dompelmans geven we een podium aan iemand die normaal gesproken nooit de hoofdrol zou krijgen. Het is een figurant, niet bijzonder, niet uniek, maar juist zijn binnenwereld willen we laten zien. Niet omdat hij een heldendaad verricht, maar omdat hij is wie hij is. En dan hopen we dat het publiek aan het eind van de avond toch een beetje van Edo is gaan houden.’
Jasper: ‘En dat leidt dan ook weer tot de vraag hoe vervangbaar hij is. Op een bepaalde manier is Simme vervangbaar. Als hij er niet is, maakt iemand anders wel een voorstelling. Maar voor mij, in mijn leven, als vriend en als medemaker, is Simme uniek. Op wereldschaal zijn we allemaal vervangbaar, maar het detail Simme is dat niet voor mij. En voor mij is dat wat steeds meer naar voren komt tijdens het maken van deze voorstelling: het zijn de details die schoonheid geven aan de wereld van Edo, maar ook aan ons eigen leven. Details maken de boel uniek en onvervangbaar.’ Simme: ‘En juist die zingevende details zijn niet in de berekeningen, data, prijzen en aantallen van het economische nutsdenken te vangen.’