‘De klimaatcrisis is hét urgente thema van deze tijd’

31-8-2021 - Margriet Prinssen

Voor zijn nieuwe muziektheatervoorstelling bij Orkater schreef Micha Hamel zowel de tekst als de muziek. ‘Het Zwarte Raam wordt een poëtisch weefsel van muziek en taal, een sprookjesachtig verhaal over de laatste twee mensen op aarde, een soort omgekeerde Adam en Eva. Een warmbloedige voorstelling, vol muziek, humor en slapstick. Een lekker somber verhaal.’

Het Zwarte Raam is een bijzondere productie die helemaal uit de koker van Hamel komt: concept, muziek en tekst. Behalve een gerenommeerd componist is Hamel ook een gelauwerd dichter, een zeldzame combinatie. Al eerder heeft hij geëxperimenteerd met allerlei vormen van muziektheater, zoals bij Orkater in twee voorstellingen naar een boekbewerking: De dienstmeid Zerline (2006) en een bewerking van een filmscript: Een pure formaliteit (2014, in coproductie met Cello8ctet Amsterdam).

Voor deze voorstelling wilde hij alles in eigen hand houden. ‘Ik heb al veel geschreven, zowel poëzie als andersoortige teksten, maar nooit eerder een voorstelling gemaakt die honderd procent Hamel is. Ik wilde eens in mijn leven proberen hoe het uitpakt om alles zelf te doen dus ik heb gewoon de stoute schoenen aangetrokken. Ik wilde ook voorkomen dat ik een jaar lang honderdvijftig boeken moest lezen die over de klimaatcrisis gaan maar waar ik steeds net niet in zou vinden wat ik eigenlijk wil zeggen. Het leek me eenvoudiger om het thema zelf te exploreren.’

Eindtijd

Hij bedacht een sprookjesachtig verhaal over een man en een vrouw die geïsoleerd wonen in een huisje op een immense, verlaten vlakte. De man weet dat er zich buiten een ramp aan het voltrekken is, maar hij verzwijgt dat uit liefde voor zijn vrouw. Misschien is de eindtijd al aangebroken of gaande, misschien zijn zij wel de laatste mensen op aarde, dat is onhelder, maar er is duidelijk sprake van een dreigende ondergang. De vrouw is schrijfster, ze is altijd binnen aan het werk, terwijl de man buiten probeert de wereld te redden. ‘Hij houdt zoveel van haar dat hij probeert te verbergen hoe erg het in werkelijkheid gesteld is. Langzaam dringt de gruwelijke werkelijkheid van buiten de huiskamer binnen. Gaandeweg wordt zij achterdochtig omdat hij steeds langer weg is en ze het – op zich terechte – gevoel heeft dat hij wat voor haar achterhoudt en niet wil dat zij naar buiten gaat. Uiteindelijk ontbiedt ze een gedachtenlezer en escaleert de situatie.’

Werkelijkheid of fantasie

‘De gedachtenlezer is een soort sprookjesfiguur, een goeroe-achtig personage. Je weet niet of hij het goede voorheeft of juist een slechterik is; hij zorgt voor verwarring. Daardoor wordt het poëzie; je weet niet precies in welke laag van het verhaal je je bevindt. Is het werkelijkheid of fantasie?’ Hamel wil in de voorstelling twee niveaus met elkaar verbinden: het concrete en het mythische: ‘Het gaat over grootheden als de natuur en de mensheid, maar ik probeer dat te koppelen aan concrete, alledaagse dingen. Ik wil aan de ene kant heel hoog reiken, aan de andere kant ook grappen en trivialiteiten toelaten, zoals je dat in teksten van Shakespeare kunt vinden, zonder me overigens in wat voor opzicht dan ook met hem te willen vergelijken! Ik hou ervan als kunst tegelijkertijd hoog reikt en aards blijft.’

Tragische held

‘De man is een tragische held’, zegt Hamel, ‘iemand die probeert alsmaar het goede te doen maar in alle opzichten faalt. Hij wil zijn vrouw beschermen maar dat levert uiteindelijk steeds meer wantrouwen en miscommunicatie op, en al even wanhopig probeert hij te redden wat er te redden valt in de buitenwereld. Dat lukt de man uiteraard evenmin.’

Klimaatcrisis

Het achterliggende thema voor de voorstelling is de klimaatcrisis, die veel erger is dan wij ons realiseren, aldus Hamel: ‘Het is hét urgente thema van deze tijd.’ Aandacht voor het klimaat houdt hem al veel langer bezig, vertelt hij. ‘Het is niet zo dat ik nu net wakker ben geworden. Vijftien jaar geleden schreef ik in mijn eerste gedichtenbundels ook al over de rampzalige gevolgen van de klimaatcrisis voor de mensheid. Het is inmiddels te laat voor veel soorten en wellicht ook voor de mens. Voor optimisme is helaas geen enkele reden.’

Om meteen te nuanceren: ‘Iedereen roept altijd dat de wereld vergaat. Maar de wereld vergaat helemaal niet, die blijft nog ongeveer vier miljard jaar draaien. Maar de mensheid heeft nog maar enkele honderden jaren te gaan. En gruwelijk genoeg is het zo dat de inwoners van rijke landen, die de klimaatcatastrofe hebben veroorzaakt, meer kans hebben om te overleven dan de mensen in echt arme landen. Het is moeilijk te voorspellen wat er precies gaat gebeuren omdat er zoveel onbekende grootheden een rol spelen: de elementen, water, droogte, voedsel.’

Cyclus

Het is zo’n onontkoombaar onderwerp dat hij er een cyclus aan wil gaan wijden, waarvan Het Zwarte Raam het eerste deel vormt. Hoe die cyclus er verder precies uit gaat zien, weet hij nog niet. ‘Misschien wel een musical, poëzie, andere (muziek)theatervoorstellingen. Ik vind het fijn om te grasduinen in alle mogelijke genres. Het is een veel te groot en complex probleem, de klimaatcrisis, om een op een op toneel te zetten. Dat is per definitie onmogelijk. Je moet kiezen, kadreren, het steeds van een andere kant aanvliegen.’

Rode rozen rood

Hij is begonnen met het schrijven van de tekst, andersom zou voor hem niet werken. ‘Helemaal aan het begin van een project maak ik een grafische voorstelling, een soort landschap met structuurelementen: zoveel bedrijven, hier de hoogte in, daar wat ontspanning. Soms vormt de muziek een soort underscore, soms is ze dominant, soms dient muziek als herkenning. In Het Zwarte Raam speelt de Weense wals een prominente rol. Ik zet de wals in als herinnering aan een bepaald soort culturele verfijning die nog naklinkt in het desolate huisje. Telkens na een ruzie of conflict, maken de man en de vrouw het goed door te gaan dansen, een metafoor voor seks maar ook voor als woorden niet toereikend zijn.’

Wanneer hij het verhaal aan het schrijven is, weet hij al wel precies wat voor muziek erbij hoort. ‘Voor een deel zijn er eenvoudige regels: na een lange klarinetsolo begin je niet weer met een klarinetsolo en van Ennio Morricone heb ik geleerd dat je rode rozen soms gewoon lekker rood mag aanzetten. Het gaat erom hoe je het doet. Het moet kloppen. In de jaren tachtig had je een dominante stroming die zich verzette tegen overbodige burgerlijkheid. Nu is er een veel grotere variatie aan vormen in het (muziek)theater: het verschil tussen kunst en kitsch is kleiner geworden, net als dat tussen professionele kunst en amateurkunst.’

Muziek componeren

Tijdens de repetities haalt Hamel er zonder probleem herhalingen uit, als deze de handeling te veel lijken op te houden. Eigenlijk heeft hij die herhalingen er vooral in gezet voor als het niet lang genoeg zou zijn, legt hij uit: ‘Muziek componeren kost veel tijd, ik ben een ouderwets soort componist, ik doe gemiddeld een dag over 1 minuut muziek. Schrappen is veel gemakkelijker en nee, dat gaat me dan niet aan het hart. Wonderlijk genoeg klopt het dan vaak helemaal met mijn oorspronkelijke idee.’’

Cast

De voorstelling wordt gespeeld door acteurs Michiel Blankwaardt en Wendell Jaspers en drie muzikanten. Samen met regisseur Leopold Witte heeft Hamel de casting gedaan van de acteurs; met de musici werkt hij voor het eerst samen. ‘Mascha Hoogendoorn (klarinet, saxofoon, fluit) kende ik al langer. Zij is fantastisch omdat ze meerder instrumenten beheerst, ze vormt in haar eentje een heel orkest; Harald Austbø (cello) ken ik als allround theatermaker en we hadden iemand nodig die ook toneel kan spelen – Harald speelt de rol van de gedachtenlezer – en Liesbeth Vreeburg (harp, synthesizer), iemand die met harp veel kan vertellen en ook nog met elektronica uit de voeten kan. Het decor (vormgeving Dieuweke van Reij) bestaat uit een driehoekige, sterk hellende vloer, waarin een opening is gemaakt waar net een eenpersoonsbed in past.

Hoop

Het wordt zeker geen zware voorstelling, zegt Hamel, al is de achterliggende problematiek serieus genoeg. ‘Voor de mensheid loopt het misschien niet goed af maar voor de misschien wel laatste twee mensen op aarde blijft er een sprankje hoop. Ik wil een sprankelende voorstelling maken, met mooie muziek en veel lichtheid. De kunst is juist als in het echte leven: ook in moeilijke tijden moet je de hoop niet verliezen en je enthousiasme koesteren.’ Daar zorgt ook regisseur Leopold Witte voor, in wie Hamel een groot vertrouwen heeft: ‘Het is prettig als er iemand met zoveel ervaring als hij en een frisse blik ernaar kijkt, anders wordt het wel een heel narcistische exercitie. Leopold zei dat hij ze zo gaat regisseren dat je als publiek voelt dat ze veel van elkaar houden. Je ziet hen vechten maar ze komen telkens weer bij elkaar terug.’

Foto's

{/exp:ce_cache:it}