
‘Eerste popgroep met theatereffecten’
Door Cees Straus
Na vruchtbare pogingen van de Instant Composers Pool, om vanuit de jazz een brug te slaan naar theater, moet nu ook de popmuziek aan het toneel geloven. Het jonge Velser gezelschap Hauser Orkater mag de eer opeisen as eerste de pop met theater te combineren. In hun hernieuwde voorstelling in het Shaffy Theater zijn ze er in geslaagd popmuziek visueel te maken met tal van grapjes vol dubbele bodems, allemaal gekenmerkt door de ui de Barend Servetshows zo befaamd geworden “lulligheid”.
Hauser Orkater is in principe een popgroep met doorsnee bezetting (drie gitaristen en een drummer), waaraan twee vocalisten, een pianist en een saxofonist zijn toegevoegd. Daarnaast zijn er nog vier “acteurs”, die te pas en te onpas komen opdraven om een hele serie dolle fratsen uit te halen.
Er is nauwelijks sprake van een verhaal. De groep beleeft als het are een aantal komische momenten, die zich afspelen in een cabareteske sfeer is het persiflerende element. Voor de pauze zijn het vooral bepaalde soorten muziek, die zachtmoedige spot op de hak worden genomen. Zo is er een prachtige persiflage op de vetkuivenrock (je verwacht opzwepende muziek, maar het geluid zakt als een pudding ineen), op de Duitse smartlappen en op de nichtenrock.
Als zanger treedt steeds Chris Bolczek op, die Brian Ferry (ook al iemand die voortdurend persifleert) opnieuw imiteert. Een dubbele persiflage dus. Bovendien weet hij Ray Davies in zijn stijl in te passen. Bolczek is bij deze theatervorm de centrale figuur, voor zover hij uit de muziek werkt. Het viertal toneelspelers werkt duidelijk vanuit de theatergedachte en staat in feite los van het theatergebeuren.
Na de pauze, als er kleine schetjes ontstaan, wordt een duidelijker verband met het toneel gelegd. De theaterstukjes worden steeds afgewisseld met twee popnummers. Hauser Orkater (orkest-theater van de Hausers) blijkt dan een reuze leuke popgroep te zijn, wars van commerciële trends. Ze spelen stevige en vaak opde jazz geënte nummers, waarin saxofonist Rob Hauser een belangrijk aandeel heeft. Rob geeft zijn spel een geheel eigen karakter en beperkt zich niet, zoals zo vaak bij deze musici het geval is, tot de invullende partijen. Binnen het gezelschap zal hij zich wellicht kunnen ontwikkelen tot de meest waardevolle musicus.
Een belangrijk deeel van de nummers wordt vocaal gebracht. Naast zanger Chris bolczek heeft Hauser Orkater met Josee van Iersel een zangeres in huis. Zij is de enige met een volkomen serieuze inbreng. Daardoor lijken de nummers waarin zij optreedt vaak hoekstenen te worden, die een contrast vormen met de kort daarvoor gemaakte gein.
Het theatergedeelte bij Hauser Orkater beperkt zich vaak tot licht variétégeschuifel met nuffige pasjes, tapdansen en wulpse handreikingen. De finale wordt een echte ouderwetse uitsmijter als de groep verkleed als padvinders, een knipoog maakt naar de hedendaagse erotiek. Het geheel speelt zich echter af achter een bosje en de toeschouwer komt alleen met het geluid aan zijn trekken.
Er valt veel te genieten bij Hauser Orkater. Niet altijd wordt de hoge kwaliteit volgehouden (het tempo zakt in de loop van de voorstelling, de versterkers brommen), maar dit ontbreken van de perfectie maakt zo’n charmante indruk dat ik de groep graag warm wil aanbevelen. Tot eind van de maand iedere avond, behalve zondags, in het Shaffy Theater.