
Op 14 december gaat de nieuwe voorstelling van Orkater in première in Theater Bellevue in Amsterdam. Een voorstelling van regisseur, speler en muzikant Mattias Van de Vijver, ooit Nieuwkomer bij Orkater binnen het collectief Lars Doberman. Samen met Lotte Driessen (spel en muziek) vertelt hij over Orchestra Soledad.
Het idee voor deze voorstelling komt voort uit een persoonlijke ervaring van Mattias. Tijdens een periode waarin het niet goed met hem ging, had hij het gevoel langzaam uit de samenleving te verdwijnen. ‘Dat was frappant, omdat ik juist heel sociaal ben en graag in contact sta met anderen. Ik ben eigenlijk heel open, maar ineens bleek ik niet meer in staat te communiceren of om überhaupt naar een café te gaan. Ik werd omringd door mensen en tóch voelde ik mij eenzaam. Datzelfde had ik zien gebeuren bij mijn moeder, die met soortgelijke ziektes te maken had gedurende mijn puberteit.’
‘Toen ik op een dag een samengesteld hulppakketje kreeg toegestuurd van een vriend heb ik een dag lang gehuild omdat ik dat zo lief vond. Ik had hem niks gezegd. En toch wist hij het. Er zat ook een boek bij: Een ongewoon gesprek met God, een boek dat ik lang had geweigerd te lezen, maar nu moest ik er dan toch aan. Het godsbeeld daargelaten, prikkelde dat boek mij enorm vanwege het belang van de samenhang tussen mensen dat eruit sprak. We moeten het samen doen. Ons leven kán alleen maar samen.’
‘Vanuit de honger om die boodschap te verkondigen en van mijn ervaring iets positiefs te maken is het idee voor deze voorstelling ontstaan, een voorstelling die enerzijds inzicht geeft in wat depressie eigenlijk is en anderzijds onderzoekt wat we kunnen doen voor mensen in geestelijk nood. Ik wil mensen uitnodigen elkaar de hand te reiken. Ook belichten hoe we hier als samenleving mee om kunnen gaan, want dat laat nogal te wensen over. Het is echt een onderwerp waarvoor ik op de barricade wil staan.’
Aangaan op eigenheid
Die barricade beklimt Mattias niet alleen. Hij wordt daarbij o.a. bijgestaan door Lotte: ‘Mattias en ik kennen elkaar al sinds de toneelschool in Maastricht. We zaten daar bij elkaar in de klas, samen met Reinout Scholten van Aschat (spel, muziek en compositie) en Ludwig Bindervoet (tekst). Ik ben zelf ook niet vreemd met het onderwerp en heb ook zo mijn heftige periodes gehad. Een deel ervan hebben we zelfs gelijktijdig beleefd toen we huisgenoten waren. We hadden allebei iets anders, maar we hadden wel een wederzijds begrip en respecteerden elkaars ruimte.’
Mattias: ‘Maar Lotte is vooral een verdomd goed acteur! Ik heb mensen gevraagd die ik goed en inspirerend vind. Dat ze iets soortgelijks hebben meegemaakt was geen vereiste. Maar in het geval van Lotte is het wel een hele waardevolle toevoeging, omdat zij enorm veel werk heeft verzet om beter te worden. Dat is een enorme schat aan kennis en gevoeligheid naar het onderwerp. We werken ook met stagiaires, omdat het thema veel verband houdt met de nieuwe generatie, voor wie het nog moeilijker lijkt. Bij hen heb ik vooral gelet op eigenheid.’
Lotte: ‘Dat is heel belangrijk voor de manier waarop we werken. We maken de voorstelling namelijk echt samen door middel van onderzoeksperiodes en inspiratiesessies waarin we al improviserend tot tekst en muziek komen. We werken wel met een schrijver, Ludwig, maar op een gezamenlijke onderzoekende manier. Er is dus geen bestaande tekst van waaruit we vertrekken. Hetzelfde geldt voor Reinout wat betreft composities. We gaan daarbij gewoon heel erg aan op elkaars hoofd, elkaars eigenheid.’
Een grijze wereld
In die onderzoeken wordt er gezocht naar manieren om de belevingswereld en de reis van het hoofdpersonage te verbeelden. Lotte: ‘We zien een vrouw die haar geliefde is verloren en zich verliest in herinneringen. Ze moet haar verlies aanvaarden om door te kunnen gaan, maar het lukt haar niet, het verlies is te groot. En als het verlies te groot is komt het lichaam in verzet. In haar geval zorgt dat voor een staat van dissociatie waardoor herinneringen en werkelijkheid niet meer van elkaar te scheiden zijn. In de voorstelling zien we haar door dit oerwoud trekken en zien we haar poging haar weg daar uit te vinden.’
Mattias: ‘Deze vrouw heeft een dissociatieve stoornis, wat een beschermingsmechanisme van het lichaam is wanneer het iets moet verwerken dat te groot is. Dan schiet het op slot. Het is een soort black-out zonder echt weg te zijn. Je kan dan bijvoorbeeld twee uur ronddolen op straat, waarna je plotseling weer wakker schrikt. Vervolgens moet je reconstrueren waar je die twee uur bent geweest. Maar op dat punt kunnen herinnering en werkelijkheid door elkaar gaan lopen. Je weet niet meer wat waar is, wat echt en wat nep. Die speelruimte tussen feit en fictie leent zich heel goed voor theater, voor vervreemding en gekte. Het is deze grijze wereld die mij fascineert en die we vormgeven in deze voorstelling.’
Lotte: ‘De voorstelling speelt zich af in die tussenwereld, in haar hoofd, waar zij een weg uit probeert te banen richting de werkelijkheid, maar ook richting een soort kern, zoals we dat eigenlijk allemaal proberen in deze doordenderende, krankzinnige samenleving. Niet voor niets hoor je bij zo veel mensen van onze generatie de wens om naar Italië te gaan en een B&B te beginnen of een eigen commune te starten, weg van de wereld, van de ruis.’
Mattias: ‘We zijn steeds individualistischer geworden. Alles gaat alsmaar sneller, hysterischer en we weten niet meer waar we op kunnen vertrouwen en wat we kunnen geloven. We willen terug naar de kern. Maar wat is die kern?’ ‘Ons antwoord is die verbinding en connectie met elkaar’, vult Lotte aan. ‘Dat is het meest tastbaar, en vanuit daar kan het weer gaan stromen en kunnen we weer door. Wie dat verliest, verdwijnt langzaam uit de werkelijkheid. Zoals we in deze voorstelling zien gebeuren.’
Hoop en vervreemding
Mattias: ‘Kunst is hiervoor cruciaal. Het is wat ons bindt ook, omdat het de mens in haar volledigheid toont, met al haar eigenaardigheden, al haar lelijke kanten. Daarom wil ik dit verhaal ook juist met kunst, met muziek, spel, tekst en beeld vertellen. Het is ook echt muziektheater, waarbij de muziek zelf een extra personage is. Er wordt veel gezongen, solo en koorzang, en Reinout is bezig met het maken van layers door het geluid van oude vinylplaten over elkaar te plakken en samen te voegen tot een nieuw geluid.’
‘Daarnaast werken we voor deze voorstelling ook veel met synthesizers waarmee we die vervreemding goed kunnen laten horen in het vervormen en abstraheren van klanken. Ook bevat de muziek veel verwijzingen naar klassieke muziek. Ik ben dol op klassieke muziek. Bij mijn moeder thuis knalde Bach door heel het huis. Ook dat wilde ik meenemen. Maar enkel als verwijzing. We horen geen liedjes van a tot z maar de muziek vormt een soort meebewegende, vloeibare stroom onder de hele voorstelling. Die muziek werkt zowel vervreemdend, als dat het hoop biedt, want juist in de muziek, in de schoonheid en het spelplezier zit voor ons de hoop.’
‘Dat is ook de reden waarom ik Reinout heb gevraagd om de muziek voor deze voorstelling te maken. Los van dat hij een hele goede acteur is, heeft hij een soort begeestering als hij op zijn instrumenten speelt. Ik word elke keer verliefd en ontroerd en bedroefd als ik hem hoor spelen. Ik hoor hoe alles wat hij voelt overgedragen wordt op de instrumenten die hij bespeelt. Ook dat is een vorm van jezelf uitspreken en maakt connectie mogelijk.’
De angst voorbij
‘Wat we willen zeggen en waarom is voor ons glashelder. Maar tegelijkertijd vind ik het ook heel spannend. Soms vind ik het moeilijk om erover te praten of om uit te leggen wat ik bedoel. Als ik het er over heb gaat mijn hart ook wel sneller slaan. Maar ik weet dat ik stabiel genoeg ben en bergen heb verzet om op dit punt te komen. En in dat opzicht ben ik heel trots dat we het hier over kunnen hebben en stelling durven te nemen, ook al is het geen moraal voorstelling, maar eerder een uitnodiging.’
Lotte: ‘Ik geef wel eens les en bijvoorbeeld op de toneelschool zie je de nieuwe generatie, die ook met individualisme is opgeroeid, net als wij. Maar wij hebben destijds al onze angsten en paniek, alles wat bij zo’n opleiding komt kijken, met elkaar gedeeld. We zijn daardoor zo hecht geworden, zo’n warme groep. Dat zie je nu met onder andere het gebruik van social media een stuk minder, omdat ze zichzelf en elkaar allemaal vergelijken. Wie wat allemaal al gedaan heeft, wie al echt iemand is. En iedereen houdt die angst daardoor bij zichzelf, terwijl: geef het aan elkaar! Praat met elkaar, laat zien hoe slecht je je voelt, waar je bang voor bent, en kom erachter dat dat het meest menselijk is wat er is.’
‘Daarom mogen we blij en dankbaar zijn dat we dit verhaal mogen vertellen’, vult Mattias aan. ‘Want de enige manier is om het samen te doen, en daar hoort alles bij. Echt. Mensen zullen je omarmen.’