05-05-1977

‘Het Vermoeden steunt op Absurdisme’

 

Door Ruud Gortzak 

Peer Mascini, een prima acteur met een welluide stem die sinds kort deel uitmaakt van theatergroep Hauser Orkater, zoals bekend een samenbundeling van orkest en theater, mag de nieuwe productie van een inleidend woord voorzien. Hij noemt ’t Vermoeden een mengeling van vloed en overvloed, zacht en bros van aard. Een programma dat niet over de onderdrukte arbeider gaat – onderwerp van veel groepen die muziek en theater samenvoegen – omdat er ook nog wel andere onderwerpen te bedenken zijn. 

Hij legt uit dat de titel op de moede aanwezigheid van een vrouw duidt – en er is dan ook regelmatig een man een vrouw toebehorend lijkend been in beeld – en rondt zijn praatje niet af, daarmee direct het kader aangevend waarbinnen de voorstelling zich verder zal afspelen. In de hecht doortimerende anderhalf uur durende voorstelling krijgen de nummers zelden een pakkend slot of een afronding maar wordt het ene nummer gewoon weggespeeld door het volgende, waardoor verwachtingspatronen van het publiek stevig doorbroken worden en het geheel een absurdistisch karakter krijgt. Absurdisme is trouwens sterk aanwezig in ’t Vermoeden, niet alleen in de malle dialoog direct na de start van het programma naar ook in het bijna bloot voorgedragen gedicht of in die waanzinnige groepsdans, die een persiflage op bloemenwalsen moet zijn. 

Persiflage is overigens een andere steunpilaar van deze productie. Het feit dat de declamator hier nauwelijks iets aan heeft is persiflage op de fraai uitgedoste voordrachtskunstenaars en de hoogst vermakelijke striptease kan zonder meer opgevat worden als satirisch antwoord op de activiteiten van Hannah de Leeuwe bij pianist Polo de Haas. 

Die striptease van een travestiet – in dit geval Jim van der Woude – is er een van klasse en ongetwijfeld een hoogtepunt uit de voorstelling die ik zag. Van der Woude was die avond waarop een momentopname gegeven werd van een programma dat al min of meer een vaste vorm heeft gekregen, uitstekend op dreef. Zijn solodans die alle malle bewegingen van danseressen in TopPop bevat en dat soort dansen voor altijd belachelijk maakt moet hoog geprezen worden. Dwaasheid en absurdisme gaan hier hand in hand en zulke momenten maken het programma, dat wat wisselend van niveau is, toch wel tot een belevenis. De groep heeft duidelijk aan kwaliteit gewonnen in vergelijking met de vorige productie en lijkt met het abstracte theater dat het nu biedt beter uit de voeten te kunnen dan met het invullen van vaste thema’s, zoals dat bij Famous Artists gebeurde. 

Zwak blijven sommige teksten, voornamelijk inde twee liedjes die over het strand gaan en waarbij in het eerste een vader wordt ingegraven, later overreden en tenslotte overspeeld door de vloed, terwijl in het andere een vader met kind de golven inloopt, later gevolgd door een wanhopige moeder van het kind en de schoonouders van de man. Zanger Chris Bolczek kan in deze liedjes ook niet op tegen het door de goed spelende band ontwikkelde muzikale geweld. 

Het programma krijgt letterlijk een daverend slot als de hele groep met trommels een knap stuk slagwerken weggeeft, hoewel dit nummer naar mijn idee een kracht kan winnen als het korter wordt. Misschien is het dat op andere avonden wel want, zoals gezegd, de voorstellingen hebben een sterk wisselend karakter en groeien samen met het publiek, dat op deze avond in ieder geval zeer enthousiast was. 
 

{/exp:ce_cache:it}