‘Fantasie en episch bedrog in Zie de mannen vallen’
Door Dirkje Houtman
Een man komt op, zeult twee gewichten mee, maar stuit halverwege op een draad, die ter hoogte van zijn gezicht over de lengte van het toneel is gespannen. Hij raakt er met zijn hoofd in verward. Door de speciale belichting en de manier waarop hij de draad manipuleert ontstaan er vervormingen waardoor het lijkt of draad en gezicht met elkaar versmelten.
Het is een optisch bedrog dat vaker voorkomt in “Zie de mannen vallen”, de nieuwste voorstelling van Hauser Orkater die voorlopig t/m 8 juni in het Shaffy Theater te zien is.
Optisch bedrog als middel om de thematiek van deze voorstelling vol perfect uitgevoerde clownacts, subtiel opzwepende muziek en simpele maar onderhoudende absurd getinte teksten te versterken. De thematiek is terug te brengen tot de scheiding tussen leven en dood, illusie en desillusie, fantasie en werkelijkheid die direct verbeeld wordt door een muur op het toneel. Wat daarachter gebeurt kan het publiek alleen afleiden uit de verhalen van de spelers. En die zijn vaak even fantastisch als het optische bedrog. Oog en oor worden gestreeld ter verdoezeling van een werkelijkheid waarin met letterlijk verstrikt raakt of door apathie bevangen wordt omdat er “op de keeper beschouwd nooit wat gebeurt”. Zo vertelt een man, gezeten op een twee meter hoge barkruk, ontroerend stoer zijn fantasieën. Het is een te klein verhaal voor deze veel te hoge kruk. Maar zijn illusie wordt in stand gehouden door een donderend applaus dat uit een luidspreker schalt en net even te lang aanhoudt om nog geloofwaardig te zijn, waardoor hij iets aandoenlijks krijgt.
De hoofdhandeling van deze voorstelling wordt op gang gebracht door een vliegenier die uit de lucht komt vallen en met moeite voor de muur terecht komt; de werkelijkheid waar ook het publiek deel van uitmaakt. Hij wordt meegenomen door een jongetje op een kinderstep (dat vele malen groter is waardoor de acteur een jongetje kan lijken).
Gedurende de voorstelling trekken ze samen op. Ze overbieden elkaar met verhalen over vreemde ervaringen zonder hier naar te luisteren; kijken verlangend over de muur waar steeds iets anders te zien is; wagen zich uiteindelijk op deze scheidslijn, vallen er naar achteren af om ervoor weer terug te komen. De vliegenier vertrekt ten slotte met grote verwachtingen naar de stad in de verte die zeer zeker niets anders te bieden heeft dan de omgeving waar hij nu rondhangt.
En zo beland je automatisch bij de absurdistische illusie waar Beckett in zijn toneelwerk al haarscherp mee afrekende. Een gegeven dat Hauser Orkater in “Zie de mannen vallen” eenvoudiger uitwerkt waardoor het niet cynisch wordt, noch verwarrend werkt maar uitmondt in een puur onderhoudende voorstelling met prachtige komische uitschieters. Opvallend is de figuur uit de openingsscène die de hoofdhandeling herhaaldelijk onderbreekt. Hij raakt steeds weer verstrikt in een nieuwe dwangbuis om er vervolgens met een niet aflatende gelatenheid de strijd mee aan te binden. Het zijn pure clownacts die adembenemend worden uitgevoerd.