Faas, een man van 45 jaar oud, zit thuis gevangen. Van zijn ouders mag hij niet naar buiten, hij heeft immers een raam dat uitkijkt op een straat met 23 ramen. Dat vinden ze wel genoeg. Een boek lezen mag evenmin. Dat zou hem maar op gedachten brengen. Maar dat Faas onwetend is, wil niet zeggen dat hij zielig is. Of geen heimelijke ambities koestert. Faas wil schilder worden, kunstschilder. Van landschappen. Akkers. Met boeren erop. Die bukken.

 

Faas gaat zelfs zover dat hij zijn ideaal probeert te verwezenlijken. Maar zijn ouders werken hem tegen. Schilders brengen troost, en ze hebben hem niet op de wereld gezet om troost te brengen, vinden ze.

 

Zich aan het gezag van zijn ouders onttrekken is niet eenvoudig. Op een van de schaarse momenten dat hij het verbaal lijkt te gaan winnen van zijn vader, pakt die een dubbelloops geweer en legt zijn zoon hiermee het zwijgen op. Als Faas inmiddels 49 jaar is en zich naar buiten heeft geworsteld, wordt hij genadeloos op de proef gesteld. Of het doodschieten van zijn vader echt bevrijding oplevert, is maar de vraag. 

Reacties

Meer van de makers